Willem Bontenbal (XII-21) gaat op 22-jarige leeftijd werken bij de politie in Rotterdam. Deze beroepskeuze lag niet voor de hand, want hij kwam uit een uitgesproken timmermansfamilie. Zowel zijn vader, grootvader als overgrootvader werkte als timmerman in Bleiswijk. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat zijn vader een zesjarige opleiding gevolgd had aan de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen in Den Haag en dat zijn werkzaamheden toch meer op het niveau van bouwkundige lagen dan op dat van handarbeidende timmerman. Willems enige broer Arie (X11-22) volgt wel het voetspoor van zijn voorvaderen en wordt bouwkundig ontwerper/architect.
In ieder geval blijft het werk van Willem bij de politie niet onopgemerkt en timmerde hij zogezegd aan de weg. In Rotterdamse kranten zijn twee artikelen over hem te vinden. Allereerst een artikel van 15 maart 1938 over zijn 25-jarig jubileum en ten tweede een artikel gedateerd 1 december 1952 dat zijn pensionering betreft. Hieronder volgt de letterlijke tekst van deze twee artikelen.
Wat opvalt bij het lezen van deze twee artikelen is het verschil in de gebruikte schrijfwijze van sommige woorden. De reden hiervoor is de verandering van de spellingregels die op 14 februari 1947 volgens een nieuwe taalwet werden ingevoerd. Hiermee werd onder andere bepaald dat de ‘e’ en de ‘o’ in open lettergrepen niet meer dubbel geschreven zou worden, dat de ‘sch’ alleen daar geschreven zou worden waar de ‘ch’ wordt uitgesproken en dat de naamvalsuitgang ‘n’ kon worden weggelaten.
Jubileum hoofdinspecteur W. Bontenbal.
Onder groote belangstelling en in tegenwoordigheid van den hoofdcommissaris, mr. L. Einthoven, is gistermorgen in het bureau aan de Oostervantstraat hoofdinspecteur W. Bontenbal, chef van den gemeentelijken dienst in de afdeeling Het Westen, gehuldigd in verband met het feit, dat hij dezer dagen sedert vijf-en-twintig jaar in Rotterdamschen politiedienst is.
Commissaris Snippe heeft herinnerd aan de belangrijke functies, die de heer Bontenbal heeft vervuld en gewezen op de goede verstandhouding tusschen superieur en minderen, welke de ijverige politieman, die de jubilaris is, steeds wist tot stand te brengen.
De heer Peters, inspecteur, zeide inplaats van het spreekwoord: Spreken is zilver, zwijgen is goud, te willen stellen: Een goed woord is een diamant van het zuiverste water. Hij roemde de collegialiteit en de bereidwilligheid van den jubilaris, de vriendschappelijkheid, waarmede hij steeds een open oor heeft voor de moeilijkheden van anderen en de goede sfeer, die hij ook in den diensttijd steeds weet te scheppen. Spr. hoopte, dat de heer Bontenbal nog langen tijd de leiding van den gemeentelijken dienst aan het bureau Oostervantstraat zal mogen hebben.
Als stoffelijk blijk van waardeering bood hij den jubilaris een leeslamp aan.
Inspecteur Hazewinkel heeft oude herinneringen aan den tijd in de Paul Krugerstraat opgehaald. waar hij als jong inspecteur door den jubilaris werd ingewijd ìn de geheimen van den dienst. Brigadier Van Boxem heeft namens het personeel van het bureau Oostervantstraat den jubilaris gehuldigd. Naast het woord wilde men de daad niet achterwege laten: den jubilaris werd een Perzisch kleedje aangeboden, waarna de brigadier zich, onder overhandiging van een bouquet bloemen, nog richtte tot mevrouw Bontenbal en tot de kinderen.
Brigadier Woudstra heeft zijn gelukwenschen op rijm overgebracht; brigadier Stienstra heeft namens den Zedendienst gesproken en majoor Koster namens het personeel van het bureau aan het Sandelingplein.
Brigadier Reinhard zeide in dit jubileum een mooie gelegenheid te zien om eens in het licht te stellen wat de heer Bontenbal heeft gedaan voor de muziekvereeniging Hermandad en tenslotte heeft majoor Ydema van de Bereden Brigade de medewerking en de collegialiteit van het “buurbureau” nog eens de revue laten passeeren. Vele toespraken gìngen vergezeld van bloemstukken. Hoofdinspecteur Bontenbal heeft allen dank gezegd. Tenslotte was er gelegenheid om den jubilaris persoonlijk de hand te drukken, waarvan velen, o.a. talrijke collega’s en zeer velen van het personeel, dat onder den heer Bontenbal heeft gediend, gebruik hebben gemaakt.
W. Bontenbal gaat met pensioen
Met ingang van heden, 1 December, is aan de heer W. Bontenbal, wegens het bereiken van de 60-jarige leeftijd eervol ontslag verleend, als hoofdinspecteur van politie. In de laatste jaren was de heer Bontenbal belast met de afdeling bijzondere wetten, drankwet, vermakelijkheden, jacht-, wapen- en vuurwapenwet. In deze functie kwam hij met bepaalde belangrijke branches van het bedrijfsleven veel in aanraking.
De heer Bontenbal is op 15 Maart 1913 benoemd tot inspecteur-titulair. Hij heeft dus bij de politie gediend in zeer bewogen jaren, tijdens de eerste wereldoorlog met zijn ook al diep ingrijpende veranderingen in het maatschappelijke leven en tijdens de oorlog van 1940 tot 1945, die nog veel moeilijker was. Op verscheidene bureaux in de stad, o.a. meermalen op de linker Maasoever, aan de kinder- en zedendienst, heeft de heengaande hoofdinspecteur de achtereenvolgende rangen bij de politie doorlopen. Hij heeft de wel verschillende opvattingen van vijf verschillende burgemeesters omtrent de politiedienst leren kennen, evenals die van de hoofdcommissarissen Roest van Limburg, Sirks, mr. Einthoven, Roszbach en Boelstra (in de bezetting) en na de bevrijding hoofdcommissaris Staal. Van de Zuiveringscommissie politiepersoneel is hij in 1945 voorzitter geweest, naar hij zelf zegt, is deze zuivering een desillusie geweest. Ook het voorzitterschap van de Bond van hoger politiepersoneel in Nederland heeft de heer Bontenbal weinig bevrediging gebracht, weshalve hij deze taak heeft neergelegd. In verscheidene organisaties. o.m. sportorganisaties heeft hij een bestuursplaats bekleed, o.m. is hij bestuurslid van de afd. Rotterdam van de Volkspartij voor vrijheid en democratie. De heer Bontenbal heeft zonder enig ceremonieel afscheid genomen.
Zoals reeds gemeld, wordt de hoofdinspecteur M. W. van Zanten zijn opvolger aan de afdeling.
Bronvermelding
Bovenstaande tekst is afkomstig uit ‘Het Zuid-Hollandse geslacht Bontenbal: de oudste twaalf generaties (Rijswijk, 2005)’ geschreven door P.J. Bontenbal.