Een relatief groot aantal leden van het geslacht Bontenbal heeft als zelfstandig bouwondernemer gewerkt, onder andere naamdragers die woonachtig en werkzaam waren in Bleiswijk, Hof van Delft, Moerkapelle, Reeuwijk, Rotterdam, Schipluiden, Waddinxveen, Woubrugge, Zevenhuizen en Zoetermeer. Een van hen, te weten de in 1860 te Moerkapelle geboren Cornelis Bontenbal (XI-18), heeft aan de wieg gestaan van een bouwonderneming die heden ten dage tot de grotere bouwbedrijven in Nederland gerekend kan worden. Maar, het begon uiteraard klein.
Nadat Cornelis eerst als metselaarsknecht te Moerkapelle en Waddinxveen gewerkt had, startte hij als dertigjarige op 5 november 1890 in Reeuwijk-Dorp zijn eigen metselbedrijfje. Zijn voornaamste werkzaamheden bestonden in die begintijd uit het zogenoemde klantenwerk zoals reparaties en verbouwingen aan huizen en dergelijke. Omdat het bedrijf snel groeide, werd al spoedig het bouwen van boerderijen, woningen, bedrijfsgebouwen en garages aangenomen.
Cornelis Bontenbal en zijn in Moerkapelle geboren vrouw Pietje Pauk kregen uit hun huwelijk vier dochters en zes zonen. Van deze zes zonen zijn er vier in de bouwwereld terechtgekomen. Twee hiervan hebben het door hun vader gestarte bedrijf later verder voortgezet en groot gemaakt. Als eerste kwam zijn vierde zoon Cornelis Cornelisz (XII-33) op jeugdige leeftijd zijn vader helpen en zou hem later dan ook als bedrijfsleider opvolgen. Daarnaast was het zijn derde zoon Adrianus Cornelisz (XII-32) die een aandeel had in de groei van het bedrijf. Adrianus was begonnen met een timmerbedrijfje aan de Zoutmansweg in Reeuwijk-Brug, een bedrijfje dat hij in 1910 had overgenomen. Het groeide uit tot een plaatselijk bekendstaand aannemers- en timmerbedrijf. Daarnaast deed Adrianus aan assurantiën van onroerend goed.
De aannemersbedrijven van de twee broers Cornelis en Adrianus werkten ook veel samen. Helaas overlijdt Adrianus in 1943 op 57-jarige leeftijd en moet zijn enige zoon Cornelis Adriaensz (XII-32-3) hem al op twintigjarige leeftijd opvolgen. De samenwerking resulteerde in begin 1949 in het samenvoegen van het metselbedrijf en het timmerbedrijf. Hierbij werd Cornelis Cornelisz Bontenbal algemeen directeur.
Firma Bontenbal Aannemersbedrijf
De in 1949 opgerichte nieuwe onderneming, onder de naam Firma Bontenbal Aannemersbedrijf, groeide in de volgende jaren uit tot een middelgroot bouwbedrijf dat zich bezighield met woningbouw, utiliteitsbouw, renovatie- en onderhoudsprojecten. Daarna is ook projectontwikkeling in het programma opgenomen. Het bedrijf genoot en geniet een goede bekendheid, voornamelijk in Zuid-Holland maar ook landelijk. In het begin van de jaren tachtig was het nog steeds een familiebedrijf. Maar in de volgende jaren trokken de nakomelingen van de oprichters zich geleidelijk terug uit de leiding en werd het bedrijf omstreeks 1987 overgedragen. De firma werd gewijzigd in een besloten vennootschap met de naam Bontenbal Bouw B.V.
Eeuwfeest
In 1990 werd het 100-jarig bestaan gevierd en Bontenbal Bouw BV werd in dat jaar bekroond met het predicaat Hofleverancier. “Wij Beatrix, bij gratie Gods, Koningin der Nederlanden (…), verlenen het recht tot het voeren van het predicaat Koninklijk.” Hoewel elk bedrijf, vereniging of instelling die honderd jaar bestaat het recht kan aanvragen om dit predicaat te mogen voeren, gelden wel enkele voorwaarden. Zo controleert het Kabinet van de Koningin de financiële administratie van de aanvrager en mogen bestuurders van de aanvrager geen strafblad hebben. De koningin beslist uiteindelijk zelf over toekenning. Het predicaat geeft het recht om een kroon in het bedrijfslogo te voeren. Artikel 2 van de Koninklijke beschikking nr. 2 uit 1988 vermeldt dat de Koninklijke kroon een hoofdband en vijf diademen bevat. Dit karakter dient bij eventuele stileringen in ieder geval gehandhaafd te blijven.
Ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan werd een jubileummagazine uitgegeven met daarin een kort overzicht van het ontstaan van de firma en de werkzaamheden die waren uitgevoerd. Maar ook waren er bijdragen van onder andere de toenmalige minister van volkshuisvesting de heer Hans Alders, de burgemeester van Reeuwijk mevrouw Y. Verstoep-Bauer en oud-minister W.F. Schut in zijn functie als Commissaris van Bontenbal Bouw B.V.
Overname, boete en faillissement
Na jarenlang een zelfstandig bedrijf geweest te zijn, is Bontenbal Bouw samengegaan met Pepping Bouw. En weer later zijn beide overgenomen door Nobema B.V.
Op legde de NMa een boete van “EUR 3.400,00 aan de volgende natuurlijke en/of
rechtspersonen: Nobema Holding B.V., gevestigd te ‘s-Gravenmoer, Pepping Bouw B.V., gevestigd te Kaatsheuvel en Bontenbal Bouw B.V., gevestigd te Reeuwijk.“
Door de bouwcrisis komt de Pepping Bontenbal Groep, het moederbedrijf van Bontenbal Bouw, in financiële problemen. In april 2012 meldt Cobouw dat Nobema Holding, het moederbedrijf van onder andere Pepping Bouw, Bontenbal Bouw, J.& W. Verweij Bouw- en aannemersbedrijf en Verbeij Bouw surseance van betaling heeft aangevraagd. Op 5 april 2012 krijgt het personeel te horen dat er financiële problemen zijn. Nog dezelfde maand, op 25 april 2012, is Bontenbal Bouw Bv te Reeuwijk failliet verklaard. Daarmee kwamen de 61 werknemers op straat te staan.
Bronvermelding
Het grootse deel van bovenstaande tekst is afkomstig uit ‘Het Zuid-Hollandse geslacht Bontenbal: de oudste twaalf generaties (Rijswijk, 2005)’ geschreven door P.J. Bontenbal.
Aangevuld door C. Bontenbal.