In een besluit van Burgemeester en Wethouders der gemeente Hof van Delft, gedaan op 16 september 1899, is het volgende te lezen: “gezien artikel 36 der Verordening op het brandwezen in de gemeente Hof van Delft van 24 Juni 1899 en artikel 179, letter O der Gemeentewet is benoemd, tot brandmeester, op eene jaarwedde van vijftien gulden: den heer Dirk Bontenbal, timmerman, wonende te Hof van Delft”.
Blijkbaar is de brandweer in de gemeente Hof van Delft volgens de nieuwe gemeenteverordening in 1899 opnieuw opgericht en Dirk Bontenbal (XI13) werd een van de eerste brandweermeesters. Met hetzelfde besluit van B&W werden namelijk twee brandweergroepen in het leven geroepen met twee brandweermeesters en vier onderbrandweermeesters (jaarwedde tien gulden). Verder bestond elke groep nog uit 24 spuitgasten zoals: pompers, slangenleiders, pijpleiders, slangenplakker, lantaarndrager en reservisten. Deze manschappen ontvingen een vergoeding van 20 cent voor elk brand- of oefenuur. Het brandweerpersoneel van de gemeente Hof van Delft werd voornamelijk samengesteld uit vrijwilligers, maar hiervan waren er steevast te weinig. Daarom vond elk jaar in oktober een loting plaats onder de mannelijke ingezetenen van 21 jaar en ouder. Inloten betekende verplichte inlijving bij de brandweer. Wel was het mogelijk om zich uit te kopen of voor een vervanger te zorgen. Omstreeks 1912 werd deze verplichting afgeschaft en voortaan bestond de brandweer in Hof van Delft uit echte vrijwilligers.
Spuit nr. II
Dirk Bontenbal was aangesteld als bevelvoerder van spuit II, hier te lezen als twee en niet elf. Bij brand of oefening droeg hij in zijn hand, als herkenningsteken van zijn functie, een houten, witblauw-wit geverfde commandostaf waarop ook het wapenschildje van de gemeente Hof van Delft was bevestigd. Ook de onderbrandmeester had als herkenning een houten staf, maar deze was iets korter van lengte. Verder droegen de manschappen een armband om hun linkerbovenarm met daarop letters die correspondeerden met hun specifieke taak. Een brandweerhelm, waaraan in de huidige tijd de commandant, ondercommandant en manschappen kunnen worden herkend, was blijkbaar nog niet in zwang. Dirk droeg dus tijdens oefening of brand gewoon zijn zwarte bolhoed.
Spuit Il was een oude, kleine handpomp van het type dat Jan van der Heyden had uitgevonden. De pomp verhuisde in 1915 naar de gemeente Schipluiden en heeft daar nog tot 1928 dienst gedaan. Voor het pompen waren acht pompers nodig, vier aan elke kant. Het was zwaar werk en na een kwartier, zoals de gewoonte was, werden ze afgelost. Er moest regelmatig gepompt worden en daarvoor was de zogenaamde teller verantwoordelijk, hij gaf het ritme aan.
Huizenbouwer
In maart 1865 had de 28-jarige Dirk Bontenbal zich vanuit Bleiswijk in Hof van Delft gevestigd. Vervolgens koopt hij in april van datzelfde jaar twee aan elkaar grenzende percelen: ten eerste een huis met houtloods en werf en ten tweede een huis met erf en bleekveld. Het geheel was 4 roede en 57 el groot en gelegen aan de zuidzijde van de Hoornseweg. Dirk betaalt 1500 gulden, maar kan van de verkoper voor het volle bedrag een hypotheek krijgen tegen 5 procent rente en met een jaarlijkse aflossing van ten minste 150 gulden.
Op het perceel met de houtloods gaat Dirk zijn timmermansbedrijf vestigen. Waarom hij als Bleiswijker in Hof van Delft ging wonen, is niet geheel duidelijk. Misschien kwam het omdat de timmermanswerkplaats een aantrekkelijke koop was of misschien was Hof van Delft een aantrekkelijke locatie voor actieve bouwondernemers. De gemeente was qua oppervlakte viermaal groter dan de gemeente Delft en veel inwoners die in Delft niet aan een woning konden komen, weken uit naar deze buurgemeente.
Zo krijgt hij op 16 augustus 1899 vergunning voor het gedeeltelijk slopen en weer opbouwen van een zeventiental woningen aan de Sint-Olof of Krabbelaan in Hof van Delft, op een steenworp afstand van Delft. In 1898 was hij ook met een ander groot project gestart. Hiervoor had hij op l maart 1898 van Hendrik J. Haage uit Delft een huis met erf, tuin en vijver in Hof van Delft aangekocht voor 13.000 gulden. Het perceel van 6319 m3 was gelegen aan het einde van de Laan van Overvest. Eén voorwaarde was aan de koop verbonden: dwars over het gebied en in het verlengde van de Laan van Overvest moest een nieuwe straat worden aangelegd voor de bewoners van het erachter gelegen buitenverblijf “Stil Genoegen”.
Op het aangekochte grondstuk bouwde Dirk een groot aantal woonhuizen en winkels. Het project bestond uit een rechthoekig blok met een achttal eengezinswoningen aan elke lange zijde van het blok, aan de kopse kanten enkele beneden- en bovenwoningen en op de vier hoeken woningen met winkelruimten. Op een foto van negentig jaar later zijn de door Dirk Bontenbal gebouwde huizen aan de Arnoldstraat te zien. Het bewuste huizenblok begint na de smalle gang achter het eerste pand op de foto. Het is goed te zien dat de acht eengezinshuisjes maar een lage bovenverdieping hebben. Maar ondanks dat het hier arbeiderswoningen betrof, heeft de bouwer toch veel aandacht besteed aan de afwerking. Zo zijn de rollagen onder de dakgoten uitgevoerd in gekant gezet metselwerk, een arbeidsintensieve methode.
De huizen aan de andere kant van het blok zijn identiek aan de huizen op de foto. Deze straat heet de Willemstraat. Omdat het blok huizen toentertijd gebouwd werd op nieuw bouwterrein, heeft Dirk Bontenbal de beide straten langs het huizenblok vernoemd naar zijn twee jongste zonen, Arnoldus en Johan Wilhelm Christiaan. In 1911 werd de Arnoldstraat overgedaan aan de gemeente Delft. Dit alles is ook te lezen in het boek “Geschiedenis en verklaring van de straatnamen in Delft”, waarin het volgende staat:
Arnoldstraat, Hof van Delft, ca. 1899. De huizen aan de oostzijde van deze straat zijn in 1899 gebouwd door de timmerman-aannemer Dirk Bontenbal, die de straat naar zijn zoon noemde. Arnoldus Bontenbal (Hof van Delft, 1876 – Den Haag, 1946) was slager in Den Haag. In 1911 deed hij de straat over aan de gemeente Hof van Delft.
Willemstraat, Hof van Delft, ca. 1899. Deze straat is volgens Kramer genoemd naar de zoon van Dirk Bontenbal, de bouwer van de eerste huizen in deze straat. De straat zou dan vernoemd moeten zijn naar Johan Wilhelm Christiaan Bontenbal (Hof van Delft, 1884 – Den Haag, 1931) wiens roepnaam misschien Willem was. Johan Willem Christiaan Bontenbal was, evenals zijn vader timmerman en woonde sedert 1906 in Den Haag.
In april 1906 verhuist Dirk Bontenbal naar Den Haag, hij is dan 69 jaar. Helaas zou hij niet lang van een zorgeloze oude dag genieten, want in mei 1912 overlijdt hij in Huize Bloemendaal te Loosduinen.
Bronvermelding
Bovenstaande tekst is afkomstig uit ‘Het Zuid-Hollandse geslacht Bontenbal: de oudste twaalf generaties (Rijswijk, 2005)’ geschreven door P.J. Bontenbal.