Cornelia Bontenbal (X-20-5) was in 1862 getrouwd met de kleermaker Hendrik Buitenhuis. Zij woonden in de buurtschap Oud Verlaat aan de Rotte, enkele kilometers ten zuidwesten van de kom van Zevenhuizen. In Oud Verlaat was geen school gevestigd en kinderen die schoolonderricht nodig hadden, moesten hiervoor lopend naar de Zevenhuizense dorpsschool. Bij droog weer was de afstand van enkele kilometers nog wel te lopen, maar in herfst en winter waren de onverharde polderwegen door de Zuid-Hollandse klei bijzonder modderig en glibberig. Verschillende ouders in Oud Verlaat vonden dat het bezoeken van de school in de kom van Zevenhuizen geen doen was, vooral voor de jongste kinderen.
Daarom dienden zij een verzoek in bij Burgemeester en Wethouders van Zevenhuizen voor het stichten van een tweede school en wel in Oud Verlaat. De gemeente stond om financiële redenen daar niet positief tegenover en zo begon een meerjarige periode van verzoekschriften indienen en afwijzen, overleg met buurgemeenten, aanvragen van subsidies en de gebruikelijke vertragingspogingen. In de toestand voor de schoolgaande kinderen kwam echter geen verbetering. Omdat er nog geen wettelijke leerplicht was, zullen er wel ouders geweest zijn die hun kinderen niet naar de Zevenhuizense school stuurden.
Het echtpaar Cornelia Bontenbal en Hendrik Buitenhuis, die zelf nog geen schoolgaande kinderen hadden, hebben toen de gelegenheid aangegrepen om een aantal kinderen in Oud Verlaat wat lezen, schrijven en rekenen bij te brengen. Dit houden van een privéschool werd echter door de overheid verboden. Na weer een vijftal jaren van overleg, werd er wederom een petitie door de bewoners van Oud Verlaat ingediend, maar nu met het verzoek om dan maar een bewaarschool voor kinderen van vier tot acht jaar te stichten. Burgemeester en Wethouders van Zevenhuizen en Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland gingen met het voorstel uiteindelijk akkoord en in 1864 werd de school gebouwd. van de openbare bewaarschool in Oud Verlaat. In het aanstellingscontract van Cornelia Bontenbal stond onder andere:
“Zij verbindt zich de kinderen die de school bezoeken zoo veel mogelijk aangenaam en nuttig bezig te houden, de school te luchten en schoon te houden en het huis goed te bewonen”.
Hoe het toe ging op de bewaarschool ís niet meer bekend, maar waarschijnlijk was de ruimte voor de groep kinderen zeer beperkt en was er voor hen maar weinig speelgoed. Ondanks deze matige omstandigheden werd er aan de kinderen geregeld “les” gegeven op de school en wel op de eerste vijf werkdagen van de week, van 9 tot 12 uur en van 13.30 tot 16.00 uur Het onderwijs was gratis voor de kinderen van vier tot acht jaar. Kinderen van naburige gemeenten mochten na toestemming van de gemeente Zevenhuizen ook de school bezoeken. Daarvoor moest dan wel betaald worden en wel ten hoogste 15 cent per week. Dit bedrag kwam ten voordele aan de bewaarschoolhoudster (OA Zevenhuizen AA Olc, dd. 6-6-1866). Cornelia heeft de school een aantal jaren geleid en droeg in 1867 haar taak over aan een opvolgster.
School en woonhuis
Cornelia Bontenbal ontving voor het lesgeven geen geldelijke vergoeding, maar het echtpaar Buitenhuis kreeg het vrije gebruik van de aan de school behorende onderwijzerswoning. Op de plattegrond (OA Zevenhuizen AAl, inv. nr. 1851) is te zien dat het schoolgedeelte bestond uit: een portaal met een trap naar de (opberg)zolder, een schoollokaal (7,95 bij 6,75 meter) met een ingebouwde kast en een privaat voor de kinderen. Zo’n privaat bestond uit een zitplank met een rond gat erin. Daaronder stond een afvalton of er was een afvoer naar de sloot gemaakt. Het gat in de plank kon nog wel worden afgesloten met behulp van een houten deksel, maar het privaatkamertje grensde wel direct aan het schoollokaal!
Het woonhuis behelsde een woonkamer met een stookplaats, een ingebouwde kast en twee bedsteden, waarvan er één onder de trap was gesitueerd. Deze woonkamer was van het schoolportaal en de trap gescheiden door middel van een sìmpel enkelwandig wandje van hout. Verder bevatte het woonhuis een inpandig privaat en een woonkeuken. Toegang tot het huis was via de keukendeur. Aan een drietal traptreden tussen woonkamer en keuken kan men opmaken dat de keuken wat lager gesitueerd was dan de woonkamer. Het was dan ook een woning die half op de Rottedijk was gebouwd. Achter het huis lag de tuin met het houten schuurtje.
Bronvermelding
Bovenstaande tekst is afkomstig uit ‘Het Zuid-Hollandse geslacht Bontenbal: de oudste twaalf generaties (Rijswijk, 2005)’ geschreven door P.J. Bontenbal.