Twee broers en twee zusters, te weten Joseph Frederik, Neeltje, Nicolaas en Sara Gerardina Bontenbal, zijn in het eerste kwart van de vorige eeuw gestart met het runnen van een leesbibliotheek, al of niet met een bijbehorende boekhandel of kantoorboekhandel. Waarom alle kinderen uit één gezin bìbliotheekhouder zijn geworden, is niet bekend. Het lag ook niet direct voor de hand. Hun vader was schildersknecht en ook hun moeder kwam uit een arbeidersmilieu.
Leesbibliotheek
Het fenomeen particuliere leesbibliotheek heeft in de eerste helft van de twintigste eeuw een grote bloei gekend. Deze waren voornamelijk te vinden in de grote steden; zo telde Amsterdam 180 en Rotterdam 150 van zulke leesbibliotheken. Ze hadden een belangrijke taak in de lectuurvoorziening, en de verhuur van boeken was vooral bestemd voor mensen uit de arbeidende klasse.
De particuliere bibliotheken waren in Nederland de enige bibliotheken die op commerciële basis werkten. Een boek werd uitgeleend tegen een kleine vergoeding; omstreeks 1930 was dat vijf tot acht cent per week terwijl later dat bedrag opliep tot zo’n 25 cent per week. Wel vroeg de bibliotheekhouder een inschrijfgeld van een of twee gulden, een geldsom die men weer terugkreeg als men zich liet uitschrijven. Het was de waarborg voor de eigenaar dat zijn boeken weer zouden worden teruggebracht. Inkomsten uit de verhuur waren meestal gering en onvoldoende om van te bestaan. Een leesbibliotheek ging dus vaak samen met een boekhandel, kantoorboekhandel, een tabakswinkel of anderszins. Deze combinatie verlaagde de exploitatiekosten en tevens zorgde de bibliotheek voor “loop” in de winkel.
De bibliotheekhouder had grote invloed op de boekkeuze van de klant, maar moest wel rekening houden met hun wensen. Daarom bestond zijn boekenaanbod veelal uit zogenaamde ontspanningslectuur: detectives, cowboyboeken reisbeschrijvingen en dames- of liefdesromans. Bekende auteurs in die tijd waren onder anderen: Hedwig Courths-Mahler, Philips Oppenheim, Edgar Wallace, Emil Zola, Jack London, Karl May en de detectiveschrijver Ivans. De biblotheekhouder had meestal voor de jongere lezers ook een uitgebreide collectie kinderboeken.
Een bepaald soort boeken in het aanbod kreeg speciale aandacht: de zogenaamde realistische lectuur. Hierop richtte zich de kritiek van de tegenstanders van de leesbibliotheken. Door hun vaak pikante inhoud werden deze boeken als zedenbedervend geacht. De verschillende protesten leidden er toe dat veel gemeenten bepalingen gingen opnemen in de plaatselijke Politie Verordening. Zo werden regels opgesteld voor de verhuur aan jongeren onder de 18 jaar en moesten de eigenaren een exemplaar van hun boekencatalogus ter keuring afgeven op het gemeentehuis. Het protest leidde er ook toe dat met overheidsgeld Openbare Leesbibliotheken werden gesticht. De particuliere leesbibliotheekhouders vonden dit oneerlijke concurrentie en protesteerden. In 1931 werd in Den Haag de Algemene Nederlandsche Bond van Leesbibliotheekhouders opgericht en in 1932 verscheen het vakblad De Bibliotheekhouder. Hun gezamenlijk protest mocht niet baten, de particuliere bibliotheken verloren de strijd met de openbare bibliotheken. De laatste leesbibliotheekhouders sloten eind jaren zeventig hun deuren.
Joseph Frederik Bontenbal (X11-6)
roepnaam Frits, is de eerste van de vier broers en zusters die in 1909 met een leesbibliotheek start. De leesbibliotheek, met later ook een aparte boekhandel, is gevestigd aan de Hofdijk Sla in Rotterdam en wel in dezelfde straat waar ook zijn ouders, broer en zusters woonden. Frits stelt later zijn bediende H. Tengnagel aan tot zaakwaarnemer van de leesbibliotheek en in mei 1930 verhuist hij naar Arnhem. Hij behoudt nog wel zijn boekhandel; deze wordt pas in 1934 geschrapt van de lijst van de “Vereniging ter Bevordering van de Belangen des Boekhandels”. Zijn leesbibliotheek wordt in 1955 van deze lijst geschrapt.
Joseph trouwt in 1928 op 48-jarige leeftijd met de A$S-jarige onderwijzeres Adriana Verbaan. Uit dit huwelijk zijn geen kinderen geboren.
Nicolaas Bontenbal (XII-7)
de vier jaar jongere broer van Frits werkt eerst in het onderwijs en wel als onderwijzer aan de openbare lagere school aan de IJsclubstraat in Kralingen. Vanwege een longziekte moet hij stoppen met het lesgeven. In september 1919 wordt hij compagnon van zijn broer Joseph. In 1924 verhuist het gezin naar Jansweg 5l te Haarlem en start daar een eigen leesbibliotheek annex kantoorboekhandel (zie fig. 46 uit omstreeks 1924). Helaas overlijdt Nicolaas al in 1927 en moet zijn vrouw, de oud-onderwijzeres Margaretha de Groot, de zaak alleen voortzetten. Blijkbaar doet zij dat zeer voortvarend, want het bedrijf zou uitgroeien tot de grootste leesbibliotheek in Haarlem. Het bezat op een gegeven moment zoveel boeken dat het in mei 1935 mogelijk was om een dependance te openen aan het Stationsplein 33 te Zandvoort. Ook dit filiaal liep goed, maar moest op last van de bezetter in november 1942 sluiten omdat de winkel in het spergebied lag. De zaak in Haarlem bleef tot november 1963 in bedrijf.
Neeltje Bontenbal (X1-2-3)
trouwt 1914 met Willem Smoor. Hij werkte omstreeks 1920 als makelaar te Wassenaar, maar door teruglopende handel verhuizen Neeltje en Willem naar Arnhem. Zij nemen omstreeks 1936 de leesbibliotheek over van Sara Gerardina, de twee jaar jongere zuster van Neeltje.
Sara Gerardina Bontenbal (X1-2-5)
ongehuwd en 34 jaar oud, verhuist samen met haar ouders in mei 1919 naar Arnhem. Al in september van dat jaar opent zij een leesbibliotheek aan de Oeverstaat 58 en in het Arnhemse adressenboek van 1920 staat de eerste advertentie van “Bontenbal’s Leesbibliotheek” afgedrukt. Ook geeft zij omstreeks die tijd een 192 bladzijden dikke catalogus uit met daarin alle boeken die in de leesbibliotheek aanwezig waren (zie fig. 47). Op de omslag is duidelijk aangegeven dat haar collectie zich niet beperkte tot Nederlandstalige boeken maar dat er ook “Fransche-, Duitsche- en Engelsche Lectuur” aanwezig was. Een onmiskenbare aanwijzing dat in die tijd de Franse taal belangrijker was dan de Engelse.
Sara stopt omstreeks 1936 met het beheer van Bontenbal’s Leesbibliotheek en trouwt in 1940 met een man die ook in het onderwijs werkzaam was, de ambachtsschoolleraar Geert Bartelds.
De eerder genoemde advertentie “Bontenbal’s Leesbibliotheek” is, met uitzondering van de jaren 1943-1946, in de Arnhemse adresboeken tot 1953 te vinden. In vorm en grootte altijd gelijk, maar met één markant verschil: Oeverstraat 58 is vanaf 1947 veranderd in Hommelscheweg 47, De reden hiervoor is de verwoesting van de Oeverstraat in de Tweede Wereldoorlog. Na de oorlog is met een vergoeding voor geleden oorlogsschade de verwoeste leesbibliotheek weer opgebouwd, maar nu op het nieuwe adres aan de Hommelscheweg. Joseph Bontenbal, nu eigenaar van de zaak, heeft hier zijn krachten aan gegeven, maar vindt het kort na de opbouw niet meer zinvol om nog op 67-jarige leeftijd in de winkel te staan. Hij doet de leesbibliotheek van de hand en daarmee komt een einde aan een lange periode waarin vier broers en zusters als leesbibliotheekhouder gewerkt hebben.
Bronvermelding
Bovenstaande tekst is afkomstig uit ‘Het Zuid-Hollandse geslacht Bontenbal: de oudste twaalf generaties (Rijswijk, 2005)’ geschreven door P.J. Bontenbal.