XII – Pieter laat een dijkhuis bouwen te Zevenhuizen

Pieter Bontenbal (X11-45) was al 60 jaar oud toen hij en zijn vrouw Jacoba Hogervorst een huis lieten bouwen op de hoek van het Zuideinde (later Dorpsstraat) en de Eendrachtsdijk te Zevenhuizen. Onderstaande figuur toont het huis op een heldere dag in februari 1915. Jacoba Bontenbal-Hogervorst met witte muts poseerde vol trots met haar jongste dochters, Hendrika en Grietje, voor de houten platencamera van de langskomende fotograaf Eduard Sanders uit Groningen.

Op de foto is rechts van het huis het hek zichtbaar waarmee de Eendrachtsdijk kon worden afgesloten wanneer daar paarden of koeien liepen. Geheel rechts is nog een stukje sloot te zien, een deel van de Bosgracht. Het werd echter door de omwonenden het slootje van Maarten de Man genoemd, naar de wagenmaker die daarnaast zijn bedrijf en woning had.

Achter het huis, dus links van de Eendrachtsdijk, lag de moestuin. Van hieruit had men een ruim uitzicht over de laag gelegen Eendrachtspolder met wei- en bouwlanden. Het weidse blikveld was toen nog niet ontsierd door hoogspanningsmasten en de hoge flatgebouwen van Rotterdam.

De bouw

Het huis werd gebouwd in de oksel van twee dijken, namelijk de dijk van het Zuideinde (huidige Dorpsstraat) en de Eendrachtsdijk. Het bouwperceel (480 ca) was 12 meter breed en 40 meter diep en was eerder een deel geweest van een 72 are groot weiland. Op 8 mei 1914 maken Pieter Bontenbal en het bestuur van de Eendrachtspolder een akte van erfpacht voor de tijd van 30 jaar, waarbij de canon werd bepaald op 23 gulden en 40 cent per jaar.

Binnen drie maanden bouwden twee plaatselijke aannemers Jan Bontenbal (X11-31) en Piet Tuinzaad, respectievelijk voor het metsel- en het timmerwerk, het huis ìn een voor die tijd karakteristieke stijl. De voorgevel heeft een symmetrisch ingedeelde tuitgevel, in kruisverband gemetseld van gele IJsselsteen. Ook de zijgevels van het voorhuis zijn van deze steen, dit in tegenstelling tot de muren van het achterhuis die van grauwe baksteen zijn opgetrokken. Het gele metselwerk bevat een viertal sierbanden van rode Rijnsteen. De ontlastingsbogen boven ramen en deur zijn van rode en gele stenen.

Als verdere versiering van de voorgevel, het aangezicht van het huis, is er een getrapte fries en drie obeliskvormige betonnen pinakels. Verder werd voor de voorgevel een gestileerd, gietijzeren muuranker gebruikt; dit in tegenstelling tot de gewone smeedijzeren ankers voor de zijmuren. Hoewel de luiken voor de schuiframen het aanzien van de gevel verfraaien, zijn ze niet als zodanig bedoeld. Ze dienden om kou, zonnewarmte en inkijk tegen te houden. In de zijgevel van het huis, dus aan de Eendrachtsdijk, was de voordeur aangebracht. Deze deur werd zelden gebruikt omdat het de gewoonte was om via de deur in de achtergevel het huis binnen te gaan.

Scheefzakken

Op verzoek van Pieter Bontenbal en zijn vrouw hadden de aannemers de bouwkosten zeer laag begroot. Helaas konden de aannemers voor die lage prijs het huis niet funderen op heipalen en werd er gekozen voor fundering “op staal” zoals de vakterm luidt. Deze bouwwijze is echter gevoelig voor “zettingen” en het resulteerde later dan ook in een enigszins scheefzakken van het huis en flinke scheuren in de achtergevel. Nu was verzakken een euvel dat vaker voorkwam op zachte bodems in en rond Zevenhuizen. Daardoor hadden aannemers in dit deel van het land wel ervaring met het aanpakken van zulke problemen.

In 1931 werd door de plaatselijke timmerman H.A. Verhoef en de eerder genoemde aannemer Jan Bontenbal & Zoon dit werk aangenomen. Allereerst werd de zijmuur van het huis extra onderstut door poeren te metselen op de waterput en de beerput die onder de linker zijgevel zaten. Voor de achtermuur was een drastischer ingreep nodig. De muur werd er in zijn geheel uitgehaald en vervolgens werd op die plaats een viertal putten gegraven tot onder de waterlijn. In deze putten werden open tonnen (dus zonder deksel en bodem) geplaatst. Door de ton werd eerst met handkracht een korte, houten heipaal de grond ingedreven, daarna werd de ton verder opgevuld met lange slieten (dunne boomstammen/dikke takken). Zo ontstond een stevige fundering waarop de achtermuur weer kon worden opgetrokken.

Deze aanpak heeft goed gewerkt, want het huis heeft daarna nog vele decennia dienst gedaan. Het werd in 1998 afgebroken.

Op deze prentbriefkaart is het zuidelijk deel van de Dorpsstraat, toen aangeduid als het Zuideinde, afgebeeld. In het huis links op de foto was de schilderszaak van Verhoef met daarnaast de woning van de familie Hagendijk. Later kwam op de plaats van de schilderszaak het bekende hotel-café Vos. Wat verder naar achteren, ter hoogte van de achterste bomenrij, is aan de linkerkant de Kezenbuurt te zien. Deze buurt kreeg zijn naam vanwege het grote aantal bewoners met de voornaam Kees dat hier woonde. Tegenover deze buurt is de pinakel op een dak van het huis van de familie Bontenbal zichtbaar. Het betekent dat de foto in of na 1914 gemaakt is.

Bronvermelding

Bovenstaande tekst is afkomstig uit ‘Het Zuid-Hollandse geslacht Bontenbal: de oudste twaalf generaties (Rijswijk, 2005)’ geschreven door P.J. Bontenbal.