V – Vier notarissen in de familie Bontenbal

Vier leden van de Bontenbal familie hebben het beroep van notaris bekleed. Verder was een Bontenbal bestemd om notaris te worden, maar overleed voordat hij het ambt van zijn vader kon overnemen. Alle vier notarissen hebben Zevenhuizen als standplaats gehad, alhoewel twee van hen in omliggende plaatsen zijn begonnen.

Notariswerkzaamheden in Zevenhuizen begonnen 21-8-1552 toen pastoor Gisbrecht van Cuicq van zijn superieuren verlof kreeg om testamenten schriftelijk vast te leggen. Vervolgens waren het Jacob Adamsz van der Duijn (admissie 20-12-1561), Leendert Pietersz van Stolck (19-11-1567) en Cornelis Fransz Jockert (25-11-1580) die deze taken uitvoerden. Voor dit beroep was geen speciale opleiding nodig. Wel bestonden er omstreeks 1700 de zogenaamde notarisboeken met vragen en antwoorden, maar het ambt leerde men toch in de praktijk. Als men meende voldoende kennis te hebben opgedaan, kon men bij het gerechtshof (Hof van Holland) het examen afleggen.

Echter, de eerste notaris die van de Zevenhuizense ambachtsheer zijn notarisambt mocht uitoefenen, was Pieter Pietersz Pits. De datum van zijn admissie was 1 januari 1627. Pieter Pits werd opgevolgd door Jan Claesz Bontenbal (IV-5) en hij werd dus de tweede notaris die toestemming kreeg om in Zevenhuizen aan de slag te gaan. Hij had van 1624 tot 1625 eerst als klerk gewerkt bij notaris Jan Leendertsz Schouten in Rotterdam, een neef van zijn moeder. Toen zijn moeder door haar tweede huwelijk in Gouda kwam te wonen, ging Jan in 1627 als klerk werken bij notaris Gerrit Quirijnsz Hola in Gouda. In 1629, op 27-jarige leeftijd en nog niet gehuwd, wordt hij geadmitteerd tot notaris te Zevenhuizen en blijft dat tot zijn dood in 1651.

Het is jammer dat de protocollen van zijn hand niet bewaard zijn gebleven. Daarom wordt hij niet vermeld in het boek van F.L. Hartong “Register der Protocollen van Notarissen in Nederland”. Zijn handtekening, die hiernaast is afgebeeld, komt dus niet uit een protocol van Jan Claesz maar uit een protocol van notaris Jan Leenderts Schouten bij wie hij een jaar in dienst is geweest.

De zoon van Jan Bontenbal, Claes Jansz Bontenbal (V-3) was de volgende van de familie die het ambt van notaris uitoefende. Op 31 mei 1657, op 24-jarige leeftijd, wordt hij op recommandatie van de Heer van Oudshoorn en Gnephoek geadmitteerd tot notaris aldaar. Hij vervult er zijn ambt tot 1672 en de protocollen van Claes Bontenbal uit die periode zijn wel bewaard gebleven (inv. nrs. 317 en 318) en bevatten een zeer groot aantal akten van mensen uit Zevenhuizen.

Het vermoeden bestaat dat hij van de ambachtsheer geen toestemming kreeg om in Zevenhuizen zijn notarisambt uit te voeren en dit oploste door zijn functie uit te oefenen in een plaats in de nabijheid. Hierdoor kon hij toch zijn klantenkring van dienst zijn. Omdat zijn kinderen in Zevenhuizen zijn gedoopt, is het vrijwel zeker dat Claes gedurende die jaren in Zevenhuizen woonde.

In 1672 krijgt Claes toestemming en start met het uitoefenen van het notarisambt te Zevenhuizen. Hij blijft dat doen tot zijn dood in 1680. Een handtekening van hem in een notariële akte van 1672 is hier. Hierbij valt op dat hij zijn achternaam met twee letters l schrijft. In het jaar 1672 wordt hij ook genoemd als gezworen klerk en substituut-secretaris van Zevenhuizen en in 1679 als secretaris van die plaats. De combinatie van secretaris en notaris was in die tijd niet ongebruikelijk, maar door de “Notariswet van 1842” was deze combinatie van functies na 1842 niet meer mogelijk.

De minuutakten die Claes Bontenbal als notaris in de loop der jaren in Zevenhuizen opgesteld en geschreven heeft, beslaan de periode december 1672 tot oktober 1680. Hiernaast is het protocol (inv. nr. 8918) met de ingebonden minuten afgebeeld. Helaas is de perkamenten omslag van het protocol verloren gegaan en het folio dat nu zichtbaar is, is de eerste pagina van de index op de voornaam van de comparanten die genoemd worden in de minuten. Van deze minuten werden voor de belanghebbenden authentieke afschriften gemaakt, de zogenaamde grossen.

De derde Bontenbal die notaris werd, was Claes’ tweede zoon Michiel Bontenbal (V1I-4). Hij werd op 25 april 1692, op recommandatie van Jacobus Kruger ambachtsheer van Berkel en Rodenrijs, geadmitteerd tot notaris aldaar en werkt er tot 1698 (protocol, inv. nr. 774). Ook hij mag zich later vestigen in Zevenhuizen en van 1697/98 tot zijn dood in 1719, dus zo’n twintig jaar, werkt hij in die plaats als notaris (protocollen, inv. nrs. 8929, 8930 en 8931).

Michiel was naast notaris ook schout en secretaris en was daarmee de eerste in Zevenhuizen die deze drie functies combineerde. Hoewel uit het huwelijk van Michiel en zijn vrouw Catharijna ‘t Hoen tien kinderen zijn geboren, is er geen een die hem heeft kunnen opvolgen. Drie zonen en vijf dochters stierven al op jeugdige leeftijd. De twee kinderen die wel in leven bleven waren dochters, maar voor hen was in die tijd het beroep van notaris nog niet weggelegd.

In bovenstaande figuur zijn details afgebeeld uit een van de vele aktes die Michiel Bontenbal in 1698 opstelde en schreef. Op de tweede en de derde regel van de akte staat zijn naam Michiel Bontenbal en aan het einde ervan heeft hij zijn handtekening “Mich. Bontenball” gezet. Het is opmerkelijk dat hij zijn naam in de tekst met één 1 heeft geschreven maar daarentegen zijn handtekening met twee letters 1. De reden van dit verschil ís onduidelijk. Is hier misschien sprake van een nu onbekende taalregel, een taalregel die nu nog terug te vinden ís in de Duitse en de Engelse taal. In deze talen worden veel namen die op een l eindigen met twee letters l geschreven, zoals bijvoorbeeld de Duitse naam Schnell en de Engelse naam Churchill. Wat de reden ook was, het gebruik van twee letters 1 in de handtekening was in overeenstemming met hetgeen zijn vader deed (zie hiervoor). Zijn handtekeningen waren ook vaak op deze manier geschreven.

Op 15 september 1752 wordt Jan Bontenbal (VIIL-1) op recommandatie van de plaatselijke ambachtbewaarders en schepenen geadmitteerd tot notaris te Zevenhuizen. Hij is een achterkleinzoon van notaris Claes Jansz (V-3) en neef van notaris Michiel Bontenbal (V1-4). Jan Bontenbal, als notaris begonnen op zijn 21e jaar, wordt de notaris met de langste ambtsperiode in Zevenhuizen, namelijk 48 jaar. Twintig banden, te weten de protocollen met de inventarisummers 8932 t/m 8951. Elke band is acht à tien centimeter dik, dus bij elkaar meer dan 160 centimeter papier door hem (of zijn klerk) geschreven.

Daarnaast was hij ook schout en secretaris van Zevenhuizen en alle functies vereisten heel wat schrijfwerk met de ganzenveer. Het is daarom niet verwonderlijk dat hij een mooi handschrift had en dat hij de sierlijkste handtekening van de vier hier aangevoerde notarissen kon zetten. Hierbij moet worden opgemerkt dat in de periode dat Jan Bontenbal zijn vak uitoefende het schoonschrijven tot een ware kunst geworden was.

Maar ondanks zijn mooie handschrift wordt de manier waarop hij de functies van secretaris en schout uitoefende niet door iedereen meer gewaardeerd. In 1796 wordt door het nieuw benoemde gemeentebestuur (Bataafse republiek) een rekest naar het Provinciaal Bestuur van Holland gestuurd om Jan Bontenbal uit zijn ambt te zetten. Dit wordt uiteindelijk toegewezen en Jan Bontenbal verliest zijn overheidsfuncties van schout en secretaris (voor verdere details zie bij Generatie VIII). Hij blijft wel notaris tot 1800, het jaar waarin hij overlijdt.

Jan Bontenbal junior

Wanneer alles goed was gegaan, was er vast en zeker nog een vijfde familielid notaris geworden. De zoon van Jan Bontenbal (VIII-1), Jan Bontenbal junior, werkte al vanaf 1775 bij zijn vader als notarisklerk en ondertekende als getuige veel, in naam van Jan Bontenbal senior opgestelde, akten. Een afbeelding van de handtekening Jan junior is weergegeven in onderstaande figuur.

Jan junior was de enige in leven gebleven zoon van Jan senior en hij was ongetwijfeld bestemd om Jan senior als notaris op te volgen. Helaas overlijdt Jan Bontenbal junior op 38-jarige leeftijd in het jaar 1795 en kon hij daardoor niet in de voetsporen van zijn vader treden. Dientengevolge komt aan de lange periode, waarin vier leden van het geslacht Bontenbal het notariaat in Zevenhuizen hebben vervuld, een einde.

Bronvermelding

Bovenstaande tekst is afkomstig uit ‘Het Zuid-Hollandse geslacht Bontenbal: de oudste twaalf generaties (Rijswijk, 2005)’ geschreven door P.J. Bontenbal.