In dit hoofdstuk is een beschouwing gegeven over het mogelijke patroniem van de stamvaders vader. Alhoewel de stamvader Claes Michielszoon relatief ver teruggaat in de tijd (omstreeks 1510) is het natuurlijk interessant om ook zijn vaders namen te achterhalen. Uit het patroniem van de stamvader is op te maken dat de voornaam van de stamvaders vader Michiel moet zijn geweest. Deze Michiel is hierboven aangeduid als generatie 0.
Zijn zoon Claes, dus generatie I, is omstreeks 1510 geboren (zie generatie I in hoofdstuk 6) en dit betekent dat vader Michiel dan omstreeks 1485 geboren zal zijn. Nemen we verder aan dat vader Michiel ongeveer 65 jaar geworden is en dat hij in
zijn eerste twintig jaar geen rol in het openbare leven gespeeld heeft, dan zou hij eventueel vermeld kunnen zijn in aantekeningen en akten die gemaakt zijn in de periode 1505-1550. Onderzoek heeft aangetoond dat in de vroegste archiefstukken die betrekking hebben op bewoners van Zevenhuizen en omgeving, namelijk die in het archief van Schieland, in die periode enige kandidaten voorkomen. Het zijn:
- Mijchiel Comeliszoon,
- Mijchiel Tomaszoon,
- Michiel Luijtgenszoon,
- Mijchiel Toniszoon,
- Mijchiel Janszoon.
De relevante stukken tekst uit de documenten zijn hieronder vermeld en besproken met als doel om door deduceren en concluderen de vraag te beantwoorden wie als eventuele vader van de stamvader Claes Michielsz den Boentenbal kan worden aangemerkt.
Mijchiel Cornelisz
In het “Register van Consenten van de Edele Welgeboren: Hoge Heemraden van Schielant, beginnende in het jaar 1490 en eindigende in het jaar 1542” staat het volgende:
Sevenhuysen, in de Sinte Pieters Scouwe anno 1514 hebben de Hoge Heemraden gekoert een wateringe van die Swanleese Sloet of tot Mychiel Cornelisz lant toe. Negen voet die watering wijt wesende ende drie voet diep, die hofdens seven voet wijt, daer si} nu ter tijt gepaelt ende gescoten is. Te maecken voor Meyedach. Die hiertegen wil achten die coeme bij den Hoge Heemraden Mijn Heer van Alkemade binnen vyerthien dagen.
Hier rijst dus de vraag of Michiel Cornelisz kan worden aangemerkt als de vader van de stamvader. Dit is waarschijnlijk niet het geval. Op de kaart van 1611 van Floris Balthasarz is te zien dat vanaf de Swanlasche Sloot twee sloten naar het noorden lopen en twee sloten naar het zuiden. De sloten naar het noorden komen uit bij de Rotte en blijven binnen het gebied van de Swanlaschepolder. Echter, het grondstuk van Claes Michielsz den Boentenbal, een stuk dat hij hoogstwaarschijnlijk van zijn vader overgenomen had, lag in 1543 in de aangrenzende Catgespolder. De sloten richting het zuiden lopen naar de Wollefoppen polder, een gebied dat bij Nieuwerkerk aan den IJssel gerekend kan worden. In Nieuwerkerk woonde inderdaad een Michiel Cornelisz en hij wordt genoemd in 1550 in het Register van Vonnissen van Schieland. Waarschijnlijk liep de sloot, die in 1514 gemaakt werd, dus naar het zuiden en lag het land van Michiel Cornelisz in de Wollefoppen bij Nieuwerkerk.
Mijchiel Tomaszoon
In het “Register van den Vonnissen van Mijnen Heeren die Welgeboren Hoge Heemraden van Schielandt (1490-1553)” is op folio 214v te lezen dat Mijchiel Tomasz met een aantal anderen moet getuigen tijdens de Sinte Martijns Scou anno 1524 in een geschil tussen twee personen in Zevenhuizen:
Opgeset ter naester scouwe roerende van een kenninc [een verklaring of bekentenis] tussen Jacob Ariensz in Zevenhuijsen ende Wouter Cornelisz. Mijchiel Tomasz seijt bij sijnen eede hoe dat Jacob Ariensz een brucge heeft doen maken ende die costen van die brucge heeft Jacob Ariensz gegaert 4 groet van die margen .
Helaas is uit deze akte niet op te maken of de brug op het grondgebied van Zevenhuizen lag en of Mijchiel Tomasz in Zevenhuizen woonachtig was. Verder komt de voornaam Tomas later nooit in de familie voor. Vermoedelijk is deze Mijchiel niet de vader van de stamvader.
Michiel Luijtgenszoon
In het voorgenoemde register van vonnissen staat op folio 234v dat in Sinte Louwerijs Scouwe anno 1527, opten 23ten dagh in Augusto het volgende:
Die van Ommoerden hebben een kenninc* aengeleijt thegen sommege buren van Ommoerden roerende van nyuwe verlaten. Hoflant, die bode heeft doen roepen Michiel Luijtgen ende is niet voert gecomen, die eerste “faut”; Pieter Pauwelsz is opgeroepen voer den dijkgraaf ende Hooge Heemraden contra Hoflant die bode ende is niet voert gecomen, die eerste faut; Dyrck Zybratsz heeft aengesproecke die Pastoer van Sevenhuijsen ende is niet voert gecomen; 1e faut [défaut, ontbreken, het niet in rechte verschijnen]; enz., enz.
Uit het bovenstaande is op te maken dat het hier een zaak betreft die betrekking heeft op het grondgebied van Ommoord en misschien op dat van Zevenhuizen. Het is echter niet duidelijk of Michiel Luijtgen in Zevenhuizen woonde. Verder komt de voornaam Luijtgen later nooit in de familie voor. Vermoedelijk is ook deze Michiel niet de vader van de stamvader.
Mijchiel Toniszoon
De naam van Mychiel Tonisz komt ook voor in bovengenoemd register van Consenten van de Ed: Welgeb: Hoge Heemraden van Schielant en wel op folio 58:
In Sinte Pieters Scou ao. 1510 consenten Hooge Heemraden Wouter Cornelisz ende Mijchiel Tonisz ende Martijn Roeien ende voert die daer ingelant sijn, dat sij een hoel leggen sullen ende beloven sij die te onderhouden op hun kosten ende Wouter sal sloeten in dat voorz(egde) lant. Soe wat turf uijt die sloeten valt, die sal hij voeren tot sijn der belijften.
Ook uit deze akte is niet op te maken of Mijchiel Tonisz wel of niet in Zevenhuizen woonde. Ook komt later de voornaam Thonis slechts eenmaal in de familie voor en wel in generatie II.
Mijchiel Janszoon
Deze naam komt ook voor in register van vonnissen van Schleland. Op fol. 188 het volgende:
In Sinte Louwerijs Scouwe anno 1521 (augustus), Die (de inwoners) van Woelfoppen hebben een kenninc aengeleyt thegen die van Ommoerden roerende hoe dat die van Ommoerden die van Woelfoppen bescadichen met hoer water; Die van Sevenhuysen met die van Nesse hebben een kenninc aengeleyt thegen die van Woelfoppen wegens gelijke zaak; Hierop hebben die van Sevenhuysen thuychenisse doen hoeren: Mychiel Jansz seyt bij sijnen eede, dat hij dat water van Ommoerden ende Woelfoppen dijckwijls in Sevenhysen heeft sien lopen ende alst in Sevenhysen was, soe dychte die van Ommoerden ende Woelfoppen hoer kaden weder toe;
Twee maanden eerder was er een akte van gelijke strekking gemaakt, echter, hier werd een Jan Michielsz opgevoerd. Op fol. 185 van hetzelfde register staat het volgende:
In Sinte Oels Schouwe anno 1521 (juni)
Die (de inwoners) van Ommoerden ende die van Woelfoppen hebben een kenninc aengeleyt thegen die van Sevenhuysen ende die Nesse roerende van dat die van Sevenhuysen ende die Nesse bescaecht sijn van die van Ommoerden hoer water; Hierop thuychenisse gehoert: Jan Michielsz seyt bij sijnen eede dat hij dat water heeft syen loepen uvijt Ommoerden in Woelfoppen ende voert uvijt Woelfoppen in Sevenhuysen ende alst stille weer was, soe quamen die van Ommoerden ende dychten die gaten wederom toe als sij dat water quijt waren;
Pieter Dammasz seyt bij sijnen eede dat hij dat dijckwijels gesijen heeft ende heeft selver met sijn scuijt dat gadt gevaren.
Uit deze twee akten die over hetzelfde voorval gaan, komt de vraag naar voren of hier inderdaad twee verschillende personen als getuige optraden of dat hier een verschrijving is gemaakt en dat Jan Michielsz en Michiel Jansz één en dezelfde persoon is. In ieder geval is duidelijk dat in beide gevallen zij voor de rechten van Zevenhuizen opkwamen. Het is dus aannemelijk dat zij inwoners van deze plaats waren.
Eerste veronderstelling
Bij de veronderstelling dat het één persoon is en dat Mychiel Jansz de correcte schrijfwijze is, dan zou Mychiel Jansz inderdaad de vader van Claes Michielsz den Boentenbal (generatie I) kunnen zijn. Eerder is al verondersteld dat deze vader omstreeks 1480 is geboren en dus zou hij 41 jaar oud zijn in het jaar 1521. Het is derhalve zeer wel mogelijk dat Mychiel Jansz in 1521 door de heren van Schieland als getuige werd gehoord en dat hij de gezochte vader van de stamvader is.
Tweede veronderstelling
De veronderstelling dat het twee verschillende personen zijn, zou kunnen inhouden dat Jan Michielsz de zoon is van Michiel Jansz en dus een broer is van Claes Michielsz den Boentenbal (generatie I). Als tevens wordt verondersteld dat Jan Michielsz ouder is dan Claes Michielsz (geboren omstreeks 1510), dan zou Jan Michielsz tussen 1500 en 1509 geboren kunnen zijn. In 1521 is hij dan tussen de twaalf en 21 jaar oud en dus oud genoeg om als getuige op te treden. De veronderstelling dat Jan Michielsz, genoemd in de akte van juni 1521, een broer is van Claes Michielsz behoort dus tot de mogelijkheden.
Wat betreft de naam Jan Michielsz, deze komt nog tweemaal voor in de archieven. In 1540 wordt een Jan Michielsz genoemd in het sententie-register van Schieland. In dat jaar staat Wouter Claesz van Bleiswijk voor hem borg. Verder is in 1556 een Jan Michielsz vermeld in het kohier van de 10e Penning van de Wilde Veenen. Deze polder hoorde bij het Ambacht van Zevenhuizn en grensde aan de Catgespolder, het gebied waar meerdere leden van de familie gewoond hebben.
Deze vier vermeldingen van Jan Michielsz zouden betrekking kunnen hebben op een en dezelfde persoon. Want, zowel het geboortejaar 1500, de getuigenis in 1521, de borgstelling in 1540 en de aanslag van de 10e penning in 1556 passen goed in familieverband van een persoon.
Uitkomst
Michiel Jansz, genoemd in de akte van augustus 1521 in het register van het Hoogheemraadschap Schieland, zou de vader van de stamvader Claes Michielz den Boentenbal kunnen zijn. Jan Michielsz, genoemd in de akte van juni 1521 in hetzelfde register zou zijn zoon kunnen zijn en is misschien dezelfde als de Jan Michielsz die in 1556 in de Wilde Veenen land in bezit had. Echter, de aangevoerde gegevens zijn geen harde bewijzen voor een familieverband. Terughoudendheid moet zeker in acht worden genomen.
Verwarring
De naam Mijchiel Jansz (Bontenbal) wordt ook vermeld in de International Genealogical Index (IGI) van het Family History Department dat verbonden is met de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Op de “individual entry” van Mijchiel Jansz is vermeld dat zijn naam is opgegeven door een inwoner uit de USA (waarschijnlijk op aanwijzing van een beroepsgenealoog uit Nederland) en dat de naam gevonden is in de Vierschaarboeken nrs. 1 en 2 van Zevenhuizen. Echter, gedurende een omvangrijk onderzoek in de tekst van deze boeken heb ik de naam Mijchiel Jansz niet aangetroffen.
Bronvermelding
Bovenstaande tekst is afkomstig uit ‘Het Zuid-Hollandse geslacht Bontenbal: de oudste twaalf generaties (Rijswijk, 2005)’ geschreven door P.J. Bontenbal.