II – Neeltgen Leendertsdr Bontenbal vraagt om echtscheiding

Zijn akten over huwelijk vóór het Jaar 1600 al een zeldzaamheid, een aanvraag voor een echtscheiding is waarschijnlijk nog zeldzamer. Toch was het Neeltgen Bontenbal (11-2-2) die bij de schepenen van Zevenhuizen zo’n verzoek indiende. Op 25 mei 1592 wordt deze zaak behandeld door de Vierschaar en de transcriptie van de akte over de zitting luidt als volgt:

Neeltgen Leendersz dochter geassisteert met Leendert Claesz Bontenball, haer vader ende defenseur, eyscht Baerent Dircxse, smit, daer mede sij in echte is getrout ende verbonden, dat hij bij scheepenen gecondempneert sal worden vant voorschreeven huywelick inde trouw gescheyen te worden ende datte eyscher van de scheepenen verleent sal worden een wettelicken scheybrieff omme met eenich anderen te moegen uwen, indien ’t haer belyeffe. Alsoo Baerent rcxse voors(egd). die schult des huywelicx, waeromme t huywelick is bestaen, nyet en mache voldoen, als haer noeyt vleyselicken bekent te hebben, oock geenyghe beginselen ofte beweegingen daartoe haer eysschersse getrout, concluydeert mitsdien tot condempnatie van dien. De eysch wordt door schepenen ontseyt, omdat eysschersse ende gedaagde. niet langer dan 7 of 8 weeken huyshouden gedaen hebben.

Wat was hier aan de hand? Was Neeltgen niet aantrekkelijk voor haar man, werd Baerent van zijn smidswerk zo moe of was hij een weduwnaar en had hij alleen iemand nodig om zijn eten te koken, het huishouden te doen en voor zijn kinderen te zorgen. Men kan er van alles bij bedenken, maar de juiste toedracht zal wel onbekend blijven. Wel ís het opmerkelijk dat Neeltgen de echtscheiding aanvraagt bij het burgerlijk gezag. Waarschijnlijk was het oordeel van de Vierschaar eerst nodig om ook een uitspraak van de kerk te krijgen.

Verder is het interessant dat het bezwaar dat Neeltgen toentertijd aanvoerde ook vandaag de dag als een gegronde reden voor een echtscheiding erkend wordt, zowel voor de wet als voor de kerk.

Bronvermelding

Bovenstaande tekst is afkomstig uit ‘Het Zuid-Hollandse geslacht Bontenbal: de oudste twaalf generaties (Rijswijk, 2005)’ geschreven door P.J. Bontenbal.